SCHEUR, Jacob van de

Jaap van de Scheur

(roepnaam: Jaap), sociaaldemocratisch vakbondsbestuurder van overheidspersoneel en trendvolgers en gemeenteraadslid in Rotterdam, is geboren te Heerlen op 24 november 1926 en overleden te Rotterdam op 26 december 2002. Hij was de zoon van Jacob van de Scheur, timmerman in de mijnen, en Sophia Johanna Dulver, dienstbode. Op 18 december 1946 trouwde hij met Anna Geertruida Wilhelmina Metz, met wie hij twee dochters en drie zonen kreeg.

Van de Scheur kwam uit een protestants arbeidersgezin in het katholieke Heerlen. Hij was de op een na jongste in het gezin en was zes jaar toen zijn vader eind 1932 aan stoflongen stierf. Zijn moeder verhuisde daarop met de vier meisjes en drie jongens naar Voorburg en later naar haar geboorteplaats Den Haag, waar zij in de Schildersbuurt een kruidenierswinkeltje begon. Het gezin had het niet breed. Veel klanten kochten op de pof en de zaak ging al gauw failliet, waarna het gezin moest zien rond te komen van de magere verdiensten van de oudste kinderen en hulp van familie. Na de lagere school volgde Van de Scheur de MULO, het meer uitgebreid lager onderwijs. Thuis werden veel boeken gelezen en zijn oudere broers en zussen zorgden ervoor dat hij de krant bijhield. Van de Scheur vond werk in een drukkerij. Tijdens de Duitse bezetting werd hij opgepakt en moest hij enige tijd in Drenthe voor de Arbeidseinsatz werken. Het gezin overleefde de hongerwinter van 1944-1945 doordat de jongens eropuit gingen om eten te verzorgen. Via familieleden kwam Van de Scheur in contact met de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij en na de bevrijding met zowel de Partij van de Arbeid (PvdA) als de moderne vakbeweging. Eind 1946 trouwde hij en eind 1947 vertrok hij, vertrouwend op het oordeel van partijgenoot en minister van Sociale Zaken Willem Drees, voor een periode van drie jaar als dienstplichtig militair naar Indonesië. Al die tijd was hij noodgedwongen gescheiden van zijn vrouw en eerste kind. Van de Scheur heeft in Indonesië die ‘oorlogsjaren’ zo goed en kwaad als het ging uitgediend. Wel behaalde hij er zijn diploma Hogere Burger School A met moderne talen en handelsrekenen. Om het examen te kunnen afleggen moest hij met een vliegtuig van Soerabaja naar Jakarta. Bij terugkomst in Nederland zegde de afgezwaaide soldaat, ontdaan over de ellende die hij had meegemaakt, voor enige tijd zijn PvdA-lidmaatschap op, maar kon toch niet anders dan terugkeren. Zowel in 1950 als 1952 was hij maandenlang werkloos. De jaren vijftig waren voor hem een periode van hard werken, omdat hij naast zijn werkkring, onder andere als boekhouder bij een oud-ijzer-opkoper en een reclamebureau, een gezin had dat in kindertal toenam. Bovendien behaalde hij zijn Praktijkdiploma Boekhouden en de Middelbaar Onderwijs-acte economie. Hij solliciteerde op veel verschillende plaatsen en was blij dat hij bij de vakbeweging werd aangenomen: ‘fijn, heerlijk; eindelijk werk waaraan ik me voor meer dan honderd procent kon geven’.

In 1959 trad Van de Scheur als bestuurder in dienst van de bij het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) aangesloten Algemene Bond van Ambtenaren (ABVA). In zijn inwerkjaar maakte hij kennis met Arie van Rossen, die in 1958 was aangetreden als voorzitter van de bond en van de Algemene Centrale van Overheidspersoneel (ACOP) en dat zou blijven tot 1970. Van Rossen typeerde de toenmalige opstelling inzake arbeidsverhoudingen bij de overheid als: ‘ons eerste woord is overleg, ons tweede woord is overleg, ons derde woord is overleg en wat ons betreft is ook ons laatste woord overleg’. Van de Scheur ging aan de slag op het districtskantoor in Rotterdam. Als bestuurder ‘gemeente’ zette hij zich daar tijdens de jaren zestig in voor verschillende categorieën gemeentepersoneel met veel kaderleden bij het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf GEB en het Rotterdamse trambedrijf RET. Dit betekende overleg met gemeentelijke instanties en functionarissen, zoals het hoofd personeelszaken en de wethouder, maar ook individuele belangenbehartiging. Het hoofdbestuur van de ABVA riep Van de Scheur wel eens op het matje vanwege een door hem iets te fel gevoerde actie, maar in 1974 kwam aan zijn lange tijd in Rotterdam een einde. Hij had zich voldoende in het functioneren van de bond ingewerkt, zich een kenner van ambtenarenzaken getoond en was iemand die mensen goed kon inschatten. Van de Scheur werd secretaris van het dagelijks bestuur van de bond onder voorzitter Jaap van Dijck. In de vijftien jaar dat hij inmiddels bij de bond werkte was het ledental verdubbeld tot ruim 145.000 mensen. In 1976 werd Van de Scheur tweede voorzitter onder Jan Dutman. Na enige tijd begon Van de Scheur een onderzoek naar mogelijke invloed van communisten in de bond. De Communistische Partij in Nederland (CPN) had bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1977 een dramatisch verlies geleden en was van zeven naar twee zetels teruggevallen. Met citaten van de Russische revolutionair Vladimir Lenin uit het begin van de twintigste eeuw betoogde Van de Scheur dat de CPN als gevolg van dit electorale echec haar aandachtsveld had verlegd naar de vakorganisatie om daarbinnen politiek te bedrijven. Zijn actie leidde in april 1978 tot verhitte discussies in de bondsraad, waarna het onderwerp geleidelijk van de agenda verdween. 

Op 1 oktober 1981 fuseerden het NVV en het Nederlands Katholiek Vakverbond tot Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV). In 1982 fuseerden de ABVA en de Katholieke Bond van Overheidspersoneel (KABO) tot AbvaKabo en werd Van de Scheur voorzitter van de nieuwe bond (wat hij tot 1990 zou blijven), met ruim 200.000 leden en meer dan 250 afdelingen. De leden waren verdeeld over twaalf groepen, waarvan het rijk (met zestien subgroepen), gemeenten, particuliere gezondheidszorg en welzijnssector de omvangrijkste waren. In het najaar van 1983 kreeg Van de Scheur landelijke bekendheid als leider van de wekenlange, massale stakingen van overheidspersoneel tegen de aangekondigde korting op de salarissen van ambtenaren en trendvolgers van 3,5 procent door het kabinet van minister-president Ruud Lubbers dat streefde naar een beperking van de collectieve uitgaven voor een bedrag van tien miljard gulden om in de toekomst weer zicht te krijgen op gezondere economische verhoudingen. Minister Koos Rietkerk van Binnenlandse Zaken vond een eenzijdig offer van het overheidspersoneel verdedigbaar. Het overheidspersoneel schaarde zich daarop achter de leus ‘Boos op Koos’. Tweede voorzitter Hans Pont stond Van de Scheur bij: ‘ik was meer van de coördinatie en communicatie, Jaap van de mobilisatie, van de directe benadering. Ik kon het uitleggen voor de media, Jaap wist de mensen in hun hart te raken’. 

De herfstacties van 1983 hadden een voorgeschiedenis van verslechterende arbeidsverhoudingen vanaf het midden van de jaren zeventig. Op 6 februari 1973 demonstreerden 50.000 ambtenaren op het Haagse Malieveld en het Binnenhof tegen de zogenoemde ‘Molly-taks’, de voorgestelde verhoging van de pensioenpremiebijdrage door de liberale minister van Binnenlandse Zaken W.J. (Molly) Geertsema. Op 26 juni 1978 reageerden de bij de ACOP aangesloten bonden en de KABO met prikacties, stakingen en een massale demonstratie in Den Haag tegen ‘Bestek ‘81’. Het begrotingstekort van Nederland was in de ogen van minister van Financiën Frans Andriessen onhoudbaar geworden. Maar liefst zeventigduizend overheidswerknemers en trendvolgers keerden zich die dag tegen het hieruit voortvloeiende, maar in hun ogen onzalige bezuinigingsplan van het centrumrechtse kabinet onder leiding van Dries van Agt en Hans Wiegel. De demonstraties kregen in de jaren erna nog een vervolg in Utrecht en Amsterdam. Centraal punt daarbij was de ontkoppeling van de overheidssalarissen en uitkeringen van de loonontwikkeling in het bedrijfsleven. Het zogeheten ‘trendbeleid’ werd hiermee losgelaten en van ‘open en reëel overleg’ tussen de centrales van overheidspersoneel en de minister van Binnenlandse Zaken was geen sprake meer. Dutman met naast hem Van de Scheur werden bekende figuren. Van de Scheurs uitspraak ten tijde van Bestek ’81, ‘Als het kabinet voor is, zijn wij tegen’, bleef in het geheugen hangen. Van de Scheurs Haagse accent werd dankbaar geïmiteerd door cabaretier Wim de Bie, die hem als model voor Aad van der Naad, de sjekkies draaiende socialist, in de tv-rubriek Keek op de Week gebruikte. De stakingen uit 1983 leidden niet tot het beoogde doel. Korte gedingen volgden elkaar op en rechtelijke uitspraken belemmerden de actievoerende ambtenaren. De stakingen werden ‘opgeschort’ en zorgvuldig afgebouwd. In december ging de Tweede Kamer akkoord met de kortingswet. De AbvaKabo ontving in deze maanden veel bijvalsbetuigingen, maar ook de nodige afwijzingen. Van de Scheur kreeg scheldbrieven, terreurbedreigingen en bommeldingen. Zelfs zijn echtgenote werd bedreigd. De acties in een sector waar aanvankelijk nauwelijks werd gestaakt hadden een debetzijde, omdat het beeld van de klassieke ambtenaar kantelde in de publieke beeldvorming en plaats maakte voor een gevarieerd werknemersbestand in de uitvoering van publieke diensten. In 1984 werd ter correctie van de ongelijke verhoudingen in de publieke sector de Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst (bekend als Commissie-Albeda, naar voorzitter Wil Albeda) ingesteld. Opeenvolgende kabinetten trokken de les dat het onverstandig was een algemene korting op de arbeidsvoorwaarden door te voeren met het risico alle ambtenaren en trendvolgers tegen zich in het harnas te jagen. Het was tactisch verstandiger indien de minister van Binnenlandse Zaken meer speelruimte bood voor onderhandelingen met de vakorganisaties. 

Van de Scheur steunde in 1985 de kandidatuur van Pont als opvolger van FNV-voorzitter Wim Kok. Het FNV-bestuur sloot op 1 mei 1986 vlak voor de verkiezingen een Centraal Akkoord met minister-president Lubbers met als gezamenlijk doel de werkloosheid tot beneden de 500.000 mensen terug te dringen. Om die reden sprak het FNV-bestuur af geen stemadvies te geven voor de verkiezingen. Van de Scheur deed dat wel. Hij verwachtte van de PvdA een ander beleid dan voortgaande bezuinigingen op sociale voorzieningen en aanslagen op de rechtspositie en inkomens van ambtenaren en trendvolgers. De jaren dat Van de Scheur in het dagelijks bestuur van de ABVA zat en daarna voorzitter was van de AbvaKabo en de ACOP vallen samen met de beginnende kentering van de status van ‘ambtenaar’ als een dienaar van de overheid naar die van ‘werknemer in overheidsdienst’. De nieuwe rechtspositie werd midden jaren negentig bereikt met de instelling van afzonderlijke onderhandelingen met diverse overheden en het afsluiten van cao’s voor acht categorieën overheidspersoneel. Van de Scheur kon zich krachtig opstellen tegenover de werkgever, maar deze houding kon hij niet altijd van zich afschudden binnen de eigen bond. Hij gold er als weerbarstig en autoritair. ‘Ik vond dat iedereen maar net zo hard moest lopen als ik. Geen flauwekul: werken. Dat heeft wel eens tot frustraties geleid’, erkende hij in 1990 in een interview ter gelegenheid van zijn afscheid als bondsvoorzitter. Krasse uitspraken waren zijn handelsmerk. Toen FNV-voorzitter Pont in 1988 de overstap maakte naar het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar hij als directeur-generaal Management en Personeelsbeleid zou gaan onderhandelen over de ambtenaren-cao, noemde Van de Scheur dit het ‘toppunt van dwaasheid. Hij mag nu als loopjongen van de minister de ambtenaren bezuinigingen door de strot duwen’. Pont daarentegen wilde het proces van modernisering van de arbeidsverhoudingen bij de overheid op een doortastende manier vormgeven. 

In maart 1989 legde Van de Scheur het voorzitterschap van de ACOP om gezondheidsredenen neer. In 1990 was het ledental van de bond de grens van 275.000 gepasseerd. Bij zijn afscheid als bondsvoorzitter keken personen die met hem hadden samengewerkt op hem en ontwikkelingen in de bond terug. Gerard van Dalen van de Centrale voor Middelbare en Hogere Ambtenaren vond dat hij ‘opereerde als een vechtmachine - maar altijd in het belang van de goede zaak’. Cor van Hengel, secretaris van de medezeggenschapscommissie van de dienst gemeentewerken in Rotterdam noemde ‘z’n enorme eigenzinnigheid’, die altijd samenging ‘met luisteren naar mensen’. Rebecca Koperberg, de eerste vrouw die afdelingsvoorzitter en hoofdbestuurslid werd, schetste de cultuurverandering in de bond. Zij had gezien hoe Van de Scheur oog had gekregen voor bepaalde veranderingen, deze serieus begon te nemen en zich ervoor ging inzetten. Mária van Veen, voorzitter van de Vrouwenbond, noemde hem ‘Ruwe bolster, blanke pit. Grote mond, klein hart. Potentaat dat wel’, maar vrouwenbelangen drongen zeer langzaam tot hem door en hij was tenslotte aanwezig op het Malieveld tussen actievoerende vrouwen uit de verpleging en verzorging. Cees Vrins volgde Van de Scheur op als AbvaKabo-voorzitter.

Na zijn pensioen was Van de Scheur bestuurslid van de universiteit van Leiden (aanvankelijk geweigerd door minister van Onderwijs Wim Deetman) en van diergaarde Blijdorp. Van de Scheur zat eerst voor de PvdA (1990-1993) en daarna (tot 1998) voor de lokale linkse partij Solidair ’93 in de gemeenteraad van Rotterdam. In 1993 was het tot een tweede breuk gekomen met de partij waarvan hij meer dan veertig jaar lid was geweest. Hij vond dat de PvdA haar sociale gezicht verloren had door de Wet op de Arbeidsongeschiktheid te verslechteren. Solidair ’93 nam het daarentegen op voor de zwakkeren in de samenleving, zoals ouderen, arbeidsongeschikten en werklozen. De poging van Solidair ’93 om in 1994 als landelijke partij in de Tweede Kamer te komen mislukte. Van de Scheur maakte nog enkele jaren deel uit van het bestuur van de huurdersvereniging Houd Zicht in Hoek van Holland. Ook kwam hij nog in het nieuws als voorzitter van de Bond van Volkstuinders, waarbij hij leden steunde die het slachtoffer dreigden te worden van bouwplannen in hun woonplaats.

Van de Scheur overleed eind 2002, 76 jaar oud. In Hoek van Holland is een hof naar hem genoemd en in het Centraal Vakbondshuis van de FNV in Utrecht een zaal.
 

Literatuur: 

‘Nieuwe voorman Jaap van de Scheur: “We roepen te vlug dat iets niet kan”’ in: Aaneen, 1.4.1982, 12; G. Evers, H. Peer en G. Schrama, Symbool van vertrouwen. Uit de geschiedenis van de ABVA (Nijmegen 1983); J. Terlingen, ‘Hoe een vrije jongen uit Den Haag dwars door het politieke raderwerk heen dendert’ in: Vrij Nederland, 12.11.1983, 1-2; J. van Asch, ‘Jaap van de Scheur Superstar: “Ik ben geen flapuit”’ in: Haagse Post, 19.11.1983, 6-9; P. Broertjes en A. Joustra, Ambtenaren in actie. Reportage van een Hollandse herfst (Amsterdam 1984); J. Rietveld (samensteller), AbvaKabo in verzet. De herfstacties van 1983 (Zoetermeer 1984); F. Nypels en K. Tamboer, Wim Kok, Vijftien jaar vakbeweging (Amsterdam 1985); J. Terlingen, ‘Jaap van de Scheur: “Als Wim Kok, of wie het ook is, kattekwaad uithaalt, dan zal hij dat van ons vernemen”’ in: Vrij Nederland, 29.6.1985, 3; Ischa [Meijer], ‘Dat verhaal’ in: Vrij Nederland, 13.9.1986, 20; A. van Rossen, Machtige jaren. Herinneringen van een modern vakbondsbestuurder uit de ambtenarenwereld (Leiden 1988); J. Terlingen, ‘Je mag van me zeggen: een dominant iemand, maar géén baasje’ in: Vrij Nederland, 8.7.1989, 11; C. van Hengel e.a., Over Jaap gesproken. Bloemlezing als afscheid van Jaap van de Scheur als voorzitter van de AbvaKabo (z.pl. 1990); H. Moleman en L. Nicolasen, ‘Ik dacht altijd dat ik het beter wist’ in: de Volkskrant, 10.3.1990; P. Noordermeer, ‘“Japie, Japie …” “Kan er een tank door de poort van het Binnenhof?”’ in: FNV Magazine, 10.3.1990, 10-11; C. Stam en J. Rietveld, ‘Kleurrijk voorzitter weg’ in: Aaneen, 19.3.1990, 8-11; J. Eijsvogel en H. Meijer, ‘Jaap gaf de ambtenaren een gezicht’ in: NRC Handelsblad, 21.3.1990; A. Burger en T. Meens, ‘“In dit leven méér dan alleen centen”. Vakbondsman Jaap van de Scheur stapt over naar gemeentepolitiek’ in: De Gelderlander, 24.3.1990; R. van de Bogaard interviewt Jaap van de Scheur, Marathoninterview VPRO TV, 12.7.1996; T. Akkermans en H. Kool, Redelijk Bewogen. De koers van de FNV 1976-1999. Van maatschappijkritiek naar zaakwaarneming (Amsterdam 1999); S. Sitalsing, ‘Van de Scheur leerde de ambtenaren staken. Oud-vakbondsman en politicus Van de Scheur (76) overleden’ in: de Volkskrant, 3.1.2003; ‘Jaap van de Scheur (1926-2003). Ongepolijste, authentieke vakbondsman’ in: NRC Handelsblad, 3.1.2003; G. van Huygevoort, ‘In memoriam Jaap van de Scheur’ in: Aaneen, 31.1.2003, 16-17; Ambtenarenstaking 1983, AndereTijden.nl, Aflevering 444, 2004; J. Visser en A. van der Zouwen m.m.v. M. Stekelenburg, ABVAKABO FNV geschiedenis, Stad en bedrijf (Rotterdam 2008); K. Bals, 32 jaar Samen Sterk voor het publieke werk. Een fotoboek (z.pl. 2014, uitgave AbvaKabo FNV).

Portret: 

Jaap van de Scheur, 1986. Foto Bart Molendijk / Anefo - Nationaal Archief (CC BY-SA 3.0 nl)

Auteur: 
Harry Peer
Oorspronkelijk gepubliceerd in: 
BWSA online (2020)