ZADELHOFF, Johannes Hendrikus Franciscus van

Johannes Hendrikus Franciscus van Zadelhoff

(roepnaam: Jan), antimilitarist en Tweede Kamerlid voor de SDAP, is geboren te Dordrecht op 1 februari 1868 en aldaar overleden op 21 mei 1946. Hij was de zoon van Steven Hendrik van Zadelhoff, schoenmaker, en Apolonia Krekelenberg. Op 7 december 1893 trad hij in het huwelijk met Jacoba Bardina van Reekum. Dit huwelijk bleef kinderloos. Na haar overlijden op 31 oktober 1931 hertrouwde hij op 22 september 1943 met Adriana Snoep. Dit huwelijk bleef kinderloos, nadat in 1899 een levenloos dochtertje was geboren.

Van Zadelhoff volgde in Dordrecht een opleiding tot onderwijzer en was in 1886-1887 waarnemend hoofd van een school te Westmaas. Daarop volgde een benoeming te Dordrecht, waar hij verder zijn hele leven bleef. Met zijn collega en geestverwant J.A. Bergmeijer richtte Van Zadelhoff er rond 1891 een afdeling van de Bond van Nederlandsche Onderwijzers (BvNO) op. Zij waren beiden lid van de Sociaal-Democratische Bond en bleven bij de splitsing in 1894 lid van de Socialistenbond. In 1897 sloten zij zich aan bij de Dordtse werkliedenkiesvereniging Volksbelang en in 1900 behoorden zij tot de oprichters van de Dordtse afdeling van de SDAP. Van Zadelhoff was secretaris en vervolgens voorzitter van de afdeling. In Dordrecht was hij ook op 1 mei 1896 een van de oprichters (en jarenlang vice-voorzitter) van de Bestuurdersbond en van 1909 tot 1920 redigeerde hij met Th. Stoop en Bergmeijer het plaatselijke sociaal-democratische blad De Volksstem.

Binnen de sociaal-democratie vertolkte de licht ontvlambare Van Zadelhoff een vrij radicaal standpunt. Hij behoorde tot degenen die tijdens de oprichtingsvergadering van het Nederlandse Comité voor Algemeen Kiesrecht op 12 november 1899 afdwongen dat men zich ook voor vrouwenkiesrecht zou inzetten, tegen de wil van onder meer P.J. Troelstra. Van Zadelhoff bewoog zich aan de periferie van de marxistische oppositie. Naast emotioneel betrokken was hij beminnelijk: 'Hij is een dergenen die, wanneer klachten over willekeur of ander aangedaan onrecht hem bereiken, onmiddellijk vuur en vlam zijn, zonder zich altijd te verdiepen in de vraag of het hem medegedeelde wel voor 100 pCt. waar is. Een "goeie kerel", een gevoelig hart', aldus W.H. Vliegen. Geregeld probeerde hij verzoenend op te treden tussen de oppositie en de meerderheid in de partij. Van Zadelhoff was in 1898-1899 voorzitter van de Sociaal-Democratische Onderwijzers Vereeniging. In 1903 werden hij en zijn partijgenoot F.L. Ossendorp gekozen als respectievelijk vice-voorzitter en voorzitter van de BvNO. Zij zouden dat tot 1927 blijven. Van Zadelhoff had al op de algemene vergadering van 1901 gepleit voor de aansluiting van de BvNO bij de arbeidersbeweging. Dat streven zag hij na jarenlange discussie in 1924 met succes bekroond.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog protesteerde Van Zadelhoff binnen de partij tegen het aanvaarden van de landsverdediging. In 1915 dreigde hij zelfs, net gekozen tot voorzitter van de gewestelijke federatie Zuid-Holland Oost, vanwege deze kwestie de partij te verlaten. Een door de afdeling Dordrecht ingediende motie die een meer antimilitaristische koers bepleitte werd echter door het partijcongres verworpen. Op het partijcongres van 1917 pleitte Dordrecht bij monde van Van Zadelhoff voor solidariteit met de bolsjewieken op grond van hun vredespolitiek en in februari 1918 voor afschaffing van leger en vloot bij het einde van de oorlog. In datzelfde jaar werd hij in de Tweede Kamer gekozen. Daar was Van Zadelhoff, een van de vijf onderwijzers in de SDAP-fractie, onder meer woordvoerder over onderwijs. Zo was hij in 1920 mede-indiener van een amendement op de wet op het openbaar onderwijs dat bepaalde dat schoolhoofden ook onderwijs in een klas moesten geven. Verder hield hij zich bezig met dierenbescherming: een amendement dat een einde maakte aan de massale vangst van kooivogels bracht hij in de Vogelwet. Ook het (anti)militarisme hield zijn aandacht als Kamerlid. Vliegen noemde de totstandkoming in 1923 van de wet die dienstweigeren mogelijk maakte 'wel voor een groot deel zijn werk'. Van Zadelhoff werkte verder mee aan een succesloos parlementair initiatief om Nederland te ontwapenen. Bij de debatten daarover veroorzaakte hij in februari 1927 een rel door te verklaren dat in geval van oorlog niet op sociaal-democraten gerekend moest worden. Hiervoor werd hij in de fractie berispt en het SDAP-congres nam in april 1928 een resolutie aan die mobilisatie in bepaalde omstandigheden onvermijdelijk noemde. Met P. Kiès probeerde Van Zadelhoff in de jaren dertig binnen de SDAP de discussie over eenzijdige ontwapening aan te zwengelen, maar het antimilitarisme werd in de partij steeds marginaler. In 1937 was de bijna zeventigjarige geen kandidaat meer voor de Tweede Kamer. Ook de zetel in de Provinciale Staten van Zuid Holland, die hij sinds 1916 bezet had, gaf hij op.

Publicaties: 

Onderwijzers- en arbeidersbeweging. Theoretisch-practische beschouwing (Amsterdam 1901); 'Dient in beginsel het vakonderwijs uit te gaan van particuliere vereenigingen dan wel van het Rijk of de gemeenten? Praeadvies' in: Nationaal Congres voor Vakonderwijs 's Gravenhage 1919. Rapporten en handelingen I (z.pl. 1919) 21-39; Weg met de landsverdediging! Ontwapening! (Amsterdam 1923); (met J.F. Ankersmit, W.H. Vliegen e.a.) Ontwapening (Amsterdam 1924); 'n Radiorede over ontwapening uitgesproken op den uitzendavond van de V.A.R.A. op l9 Februari 1927 (Amsterdam 1927); Vijf en twintig jaar lid van het hoofdbestuur. Herinneringen (Amsterdam 1927); Landsverdediging ja of neen? Een pleidooi voor nationale ontwapening (Amsterdam 1928); Het gifgassengevaar en de ontwapening. Rede uitgesproken voor de V.A.R.A. op Zondagochtend 26 mei 1929 (Amsterdam 1929); Tegen de vlootversterking. Weg met het vlootplan (Amsterdam 1930); Is gewapende landsverdediging mogelijk? Op voor ontwapening (Amsterdam 1933).

Literatuur: 

J. Sanders, Een kwart-eeuw in den Dordschen Raad (Dordrecht 1927); 'Jan van Zadelhoff overleden' in: Het Vrije Volk, 22.5.1946; Vliegen, Kracht I, 263-265, 391, II, 282, III, 99, 101, 142; A. van Hulst, A. Pleysier, A. Scheffer, Het roode vaandel volgen wij (Den Haag 1969); G. Jochheim, Antimilitaristische Aktionstheorie, soziale Revolution und soziale Verteidigung (Frankfurt am Main 1977); E.J. van Det, De Bond van Nederlandse Onderwijzers (Amsterdam 1983); S. Karsten, Op het breukvlak van opvoeding en politiek (Amsterdam 1986); H. de Boer, Dordrechtsche Bestuurdersbond 1896-1906 (Dordrecht 1989); H. Buiting, Richtingen- en partijstrijd in de SDAP (Amsterdam 1989); B. van Dongen, Revolutie of integratie (Amsterdam 1992).

Portret: 

J.H.F. van Zadelhoff, uit: Vliegen, Kracht I

Handtekening: 

Huwelijksakte van Van Zadelhoff/Van Reekum dd 7 december 1893. Akte 245, akteplaats Dordrecht. Als bruidegom.

Auteur: 
Lex Heerma van Voss
Oorspronkelijk gepubliceerd in: 
BWSA 6 (1995), p. 251-253
Laatst gewijzigd: 

28-02-2023 (datum eerste huwelijk gecorrigeerd, levenloos geboren dochter vermeld)