BRUINSMA, Vitus Jacobus

Vitus Jacobus Bruinsma

voorzitter Friesche Volkspartij, is geboren te Leeuwarden op 10 november 1850 en overleden te Rotterdam op 28 augustus 1916. Hij was de zoon van Annastatius Josephus Bruinsma, houthandelaar en katoenfabrikant, en Johanna Maria Alloisa Metz. Op 16 juli 1877 trad hij in het huwelijk met Hilda Lucia van den Berg. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Pseudoniemen: A., Homo Sum.

Bruinsma, die het elfde kind uit een rooms-katholiek gezin was, bezocht de Rijks HBS te Leeuwarden en studeerde daarna zelfstandig in de natuurwetenschappen. In 1875 behaalde hij de doctorsgraad op een proefschrift aan de Groningse universiteit. Reeds een jaar eerder publiceerde hij in de liberale Sneeker Courant en trad hij in correspondentie met Multatuli, wiens Ideën grote invloed op hem hadden. Na zijn promotie werd hij leraar aan de middelbare school voor meisjes te Leeuwarden en in 1880 aan het stedelijk gymnasium. Met zijn broer Dr. G.W. Bruinsma richtte hij in 1880 de Vereeniging tegen de Kwakzalverij op, die ook een maandblad uitgaf.

Aldra begaf hij zich in de beweging voor algemeen stemrecht, die in Friesland grote omvang zou aannemen onder de leiding van Bruinsma en Oebele Stellingwerf. Op 20 februari 1887 presideerde hij de oprichtingsvergadering van het Friesch Comité voor Algemeen Kies- en Stemrecht en bij de verkiezingen van het volgend jaar stond hij in een aantal districten kandidaat voor de Tweede Kamer. Een verreikend programma ontvouwde hij in zijn rede Overtuigen en opwekken in 1889. Hij bepleitte daarin de samenwerking van verschillende democratische groepen (Sociaal-Democratische Bond (SDB), Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht, Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond (ANWV), kiesvereniging Amsterdam en vereniging de Unie aldaar). Behalve het algemeen kiesrecht noemde hij als doeleinden van deze samenwerking belastinghervorming, leerplicht en arbeidswetgeving. In Friesland slaagde hij er inderdaad in de afdelingen van de Bond voor Algemeen Kiesrecht met die van de SDB en het ANWV in 1890 in het Friesch Comité van de Volkspartij te verenigen.

Bruinsma was ook een der sprekers op de eerste Mei-meeting te Leeuwarden in dat jaar. In 1891 was hij weer Kamerkandidaat voor de Volkspartij, waarin de socialistische invloed al sterker werd. De afloop van deze verkiezingscampagne, waarin Domela Nieuwenhuis in het district Schoterland de nederlaag leed, bracht spanning in de verhouding tussen Volkspartij en SDB, zodat er gevaar van scheuring in de provinciale Organisatie opdoemde. Bruinsma zelf kampte in deze tijd met gezondheids- en persoonlijke problemen. In december 1891 nam hij ontslag aan het gymnasium en verhuisde naar Gorredijk, waar hij ging samenwonen met Frederica Johanna van Uildriks (1854-1919). Hij bleef als voorzitter de Friesche Volkspartij hoeden als een 'kweekschool voor de sociaal-democratie'. Zelf trad hij in het begin van 1893 als lid tot de SDB toe. Ook werd hij lid van de gemeenteraad van Opsterland en verdiepte hij zich in de problemen van de Friese Zuidoosthoek. Als voorstander van een tactiek van geleidelijke hervormingen bedankte hij in 1894 weer voor de SDB, maar ook van de jonge SDAP zou hij geen deel uitmaken. Integendeel, hij trachtte naar Fries model nog een Nederlandse Volkspartij in het leven te roepen, maar in 1896 moest hij zich geheel uit de actieve politiek terugtrekken en verhuisde hij naar Lochem.

Zijn publicistische activiteit bleef echter aanzienlijk. Veelal in samenwerking met F.J. van Uildriks schreef of bewerkte hij een groot aantal boeken op het gebied van de natuurwetenschappen. De laatste zes jaar van zijn leven was hij vrijwel tot nietsdoen gedoemd. Eens had zijn naam in het noorden een niet minder bekende klank dan die van Domela Nieuwenhuis.

Archief: 

Collectie brieven van V.J. Bruinsma in Provinciale Bibliotheek van Friesland (Leeuwarden).

Publicaties: 

De kwakzalverij met geneesmiddelen en de middelen haar te bestrijden (Leeuwarden 1878; met G.W. Bruinsma); De hedendaagsche kwakzalver (Leeuwarden 1880; met G.W. Bruinsma); De tiende penning geheven (z.j.); Overtuigen en opwekken (Leeuwarden 1889); Wat de werkman aan belasting betaalt (Leeuwarden 1890); Moeten alle accijnzen afgeschaft? Ook die op het gedestilleerd? (Leeuwarden 1890); 'Een herinnering en een opwekking' in: Ter gedachtenis aan Multatuli (Amsterdam 1892) 7 e.v.; De kunst om een machine te bederven (St. Annaparochie 1896); De leerplicht wet (Groningen 1900); Wat de alcohol zelf ervan zeide (St. Annaparochie 1904); vele bijdragen in Vragen des tijds, hoofdartikelen in de Bildtsche Courant onder pseudoniem A. 1890-1896; zie ook: J.J. Kalma, Bibliografie van en over Vitus Bruinsma, aanwezig in Provinciale Bibliotheek van Friesland (Leeuwarden), A 4039.

Literatuur: 

J. Pée, Brieven van Multatuli (Brussel-Rotterdam 1942); J.J. Kalma in: Mededelingenblad, april 1960, 5-7; A.F. Mellink, 'Een poging tot democratische coalitievorming: De Nederlandse kiesrechtbeweging als volkspartij (1886-1891) in: Tijdschrift voor Geschiedenis, jrg. 81, nr. 2, 1968, 174-224 (Ook in: J.M.W. Binneveld, Geschiedenis van de Arbeidersbeweging in de 19e eeuw (Den Haag 1978) 56-84; J.J. Kalma, Dit wienen ek Friezen IV (Leeuwarden 1971) 103-109; T. van der Wal, Op zoek naar een nieuwe vrijheid (Leiden 1972) 196-200; A.F. Mellink in: Jaarboek arbeidersbeweging, 1976, 140-156; J.J. Woltjer in: BWN I, 98-100; J.J. Kalma, Vitus Jacobus Bruinsma (1850-1916). Volkspartijman van het eerste uur (Leeuwarden 1980); G.W. Blok, Vitus Bruinsma, de leraar-politicus (Leeuwarden 1984); J. Frieswijk, J.J. Kalma, Y. Kuiper (red.), Ferdinand Domela Nieuwenhuis. De apostel van de Friese arbeiders (Drachten/Leeuwarden 1988); C. Keijsper (red.), K. ter Laan's Multatuli Encyclopedie (Den Haag 1995); Multatuli, Volledige werken, XVI-XXV (Amsterdam 1984-1995); M. Bosch, E. ter Braak, 'Dagboek van een "vrij huwelijk". Frederica van Uildriks en Vitus Bruinsma' in: Parallelle levens. Jaarboek voor vrouwengeschiedenis 18 (Amsterdam 1998).

Portret: 

V.J. Bruinsma, uit: Vliegen, Dageraad I, t.o. 200

Handtekening: 

Huwelijksakte van Bruinsma/van den Berg dd. 16 juli 1877. Archief 30-02, reg 2014, akte 19; akteplaats Aengwirden. Als bruidegom.

Auteur: 
Albert F. Mellink
Oorspronkelijk gepubliceerd in: 
BWSA 1 (1986), p. 22-24
Laatst gewijzigd: 

18-4-2015 (spelling voornaam vader aangepast)